pocheerden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·cheer·den

Werkwoord

vervoeging van
pocheren

pocheerden

  1. meervoud verleden tijd van pocheren
    • Wij pocheerden. 
    • Jullie pocheerden. 
    • Zij pocheerden. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.