plexiglas

Nederlands

grote aquaria hebben vaak plexiglas wanden
Uitspraak
Woordafbreking
  • plexi·glas
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘kunststof’ voor het eerst aangetroffen in 1952 [1]
  • uit het Engels [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord plexiglas
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

plexiglas o [3]

  1. oorspronkelijk de handelsnaam van een transparante thermoplastische kunststof gemaakt van een polymeer van methylmethacrylaat
    • In het Gelderse Vuren overleed een 66-jarige man toen een plexiglasconstructie naar beneden kwam.[4] 
    • Het slachtoffertje, dat met twee andere kinderen aan het spelen was, kwam zes meter lager op de vrouw terecht. Het kind zakte door een plexiglas koepel.[5] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord plexiglas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.