pleistert

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pleis·tert

Werkwoord

vervoeging van
pleisteren

pleistert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pleisteren
    • Jij pleistert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pleisteren
    • Hij pleistert. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van pleisteren
    • Pleistert! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.