pleistert
Nederlands
Woordafbreking
- pleis·tert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pleisteren |
pleistert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pleisteren
- Jij pleistert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pleisteren
- Hij pleistert.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van pleisteren
- Pleistert!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.