plan in

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plan in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inplannen

plan (...) in

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inplannen
    • Ik plan in. 
  2. gebiedende wijs van inplannen
    • Plan in! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inplannen
    • Plan je in? 

Gangbaarheid

  • Het woord plan in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.