plakte vast

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plak·te vast
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
vastplakken

plakte vast

  1. enkelvoud verleden tijd van vastplakken
    • Ik plakte vast. 
    • Jij plakte vast. 
    • Hij, zij, het plakte vast. 

Gangbaarheid

  • Het woord plakte vast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.