plaid
Nederlands
Woordafbreking
- plaid
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘reisdeken’ voor het eerst aangetroffen in 1880 [1]
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plaid | plaids |
verkleinwoord | plaidje | plaidjes |
Zelfstandig naamwoord
plaid m
- soort deken die men ook buiten het bed gebruikt
- Lekker op de bank met een plaid om je heen naar de televisie kijken.
Gangbaarheid
- Het woord plaid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'plaid' herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.