plaid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plaid
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘reisdeken’ voor het eerst aangetroffen in 1880 [1]
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord plaid plaids
verkleinwoord plaidje plaidjes

Zelfstandig naamwoord

plaid m

  1. soort deken die men ook buiten het bed gebruikt
    • Lekker op de bank met een plaid om je heen naar de televisie kijken. 

Gangbaarheid

  • Het woord plaid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
78 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.