pimpelaar
Nederlands
Woordafbreking
- pim·pe·laar
Woordherkomst en -opbouw
Naamwoord van handeling van pimpelen met het achtervoegsel -aar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pimpelaar | pimpelaars |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
pimpelaar m
- iemand die met kleine teugjes toch een grote hoeveelheid alcoholische drank tot zich neemt
- De man met de grote dikke neus was een echte pimpelaar.
Gangbaarheid
- Het woord pimpelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pimpelaar' herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.