pimpel
Nederlands
Woordafbreking
- pim·pel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pimpel | pimpels |
verkleinwoord | pimpeltje | pimpeltjes |
Afgeleide begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pimpelen |
pimpel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pimpelen
- Ik pimpel.
- gebiedende wijs van pimpelen
- Pimpel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pimpelen
- Pimpel je?
Gangbaarheid
- Het woord pimpel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pimpel' herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.