pimpel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pim·pel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pimpel pimpels
verkleinwoord pimpeltje pimpeltjes

Zelfstandig naamwoord

pimpel m [2] [3] [4] [5] [6]

  1. (vogels) pimpelmees
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
pimpelen

pimpel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pimpelen
    • Ik pimpel. 
  2. gebiedende wijs van pimpelen
    • Pimpel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pimpelen
    • Pimpel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord pimpel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.