pieren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pie·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘Bargoens: spelen (gokken, muziek maken)’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1840 [1]

Zelfstandig naamwoord

pieren mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord pier

Gangbaarheid

  • Het woord pieren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.