piccalilly
Nederlands
![](../I/m/Piccalilli.jpg)
piccalilly
Woordafbreking
- pic·ca·lil·ly
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘in zuur ingemaakte groente’ voor het eerst aangetroffen in 1929 [1]
- Uit het Engels, waarbij het opmerkelijk is dat de Nederlandse spelling met de "y" op het einde een "Engelser" karakter heeft dan de Engelse spelling met een i op het einde. [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | piccalilly | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
piccalilly v/m
- (voeding) geelkleurige, groente saus met azijn en mosterd
- Twee dikke boterhammen zijn rijkelijk voorzien van kipsla, groene sla en piccalilly-uitjes voor crunchy plezier, en van verrukkelijke pastrami van het Holsteinrund met zuurkool. [3]
- Ingeborg ontwikkelt haar ‘frietje stoofvlees’, Marco legt eer in met de door hem gecreëerde piccalilly. En soms hangt ineens Jonnie Boer van sterrenrestaurant De Librije aan de lijn omdat hij friet voor het hele personeel wil hebben. [4]
Gangbaarheid
- Het woord piccalilly staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- "piccalilly" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- piccalilly op website: Etymologiebank.nl
- de Standaard 14 JUNI 2014 door Bruno Vanspauwen,
- Tubantia Paul Hovius 21-april-2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.