pesterij
Nederlands
Woordafbreking
- pes·te·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pesterij | pesterijen |
verkleinwoord | pesterijtje | pesterijtjes |
Zelfstandig naamwoord
pesterij v [1]
- gedrag waarbij iemand herhaald en gedurende langere tijd door anderen bejegend wordt op manieren die leiden tot fysieke verwonding en/of psychisch lijden
- Voor haar dankwoord positioneerde de 58-jarige Madonna zich ‘stevig’ achter de microfoon. Benen wijd, de microfoonstandaard er uitdagend tussen. Het grapje dat volgde was geen verrassing, maar vervolgens stak ze van wal, directer dan ooit, en bloedernstig. ,,Ik sta hier als een vloermat. O, ik bedoel een vrouwelijke entertainer. Dank u voor de erkenning om mijn 34-jarige carrière door te zetten in het licht van schaamteloos seksisme, misogynie, pesterij en ongenadig misbruik.” [2]
Gangbaarheid
- Het woord pesterij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pesterij' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.