perioden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pe·ri·o·den

Zelfstandig naamwoord

perioden mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord periode
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord perioden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Deens

Woordafbreking
  • pe·ri·oden
Woordherkomst en -opbouw
  • Deense zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel peri-

Zelfstandig naamwoord

perioden, g

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van periode

Noors

Woordafbreking
  • pe·ri·oden
Naar frequentie 16388
Woordherkomst en -opbouw
  • Noorse zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel peri-

Zelfstandig naamwoord

perioden, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van periode

Nynorsk

Woordafbreking
  • pe·ri·oden
Woordherkomst en -opbouw
  • Nynorske zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel peri-

Zelfstandig naamwoord

perioden, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van periode

Zweeds

Woordafbreking
  • pe·ri·oden
Woordherkomst en -opbouw
  • Zweedse zelfstandig-naamwoordvorm met het voorvoegsel peri-

Zelfstandig naamwoord

perioden, g

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van period
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.