perimeter
Nederlands
Woordafbreking
- pe·ri·me·ter
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘instrument om het gezichtsveld te meten’ voor het eerst aangetroffen in 1929 [1]
- afgeleid van meter met het voorvoegsel peri- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | perimeter | perimeters |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
perimeter m
- omtrek
- meetinstrument waarmee de uitgestrektheid van het gezichtsveld wordt gemeten
Gangbaarheid
- Het woord perimeter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'perimeter' herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.