perceel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • per·ceel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘pand, stuk land’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord perceel percelen
verkleinwoord perceeltje perceeltjes

Zelfstandig naamwoord

perceel o

  1. een stuk grond waarvoor één rechtsorde geldt, dat wil zeggen dezelfde eigenaar en hetzelfde eigendomsrecht
    • De percelen worden geregistreerd bij het Kadaster. 

Gangbaarheid

  • Het woord perceel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.