pensioneerde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pen·si·o·neer·de

Werkwoord

vervoeging van
pensioneren

pensioneerde

  1. enkelvoud verleden tijd van pensioneren
    • Ik pensioneerde. 
    • Jij pensioneerde. 
    • Hij, zij, het pensioneerde. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.