pelen
Nederlands
Woordafbreking
- pe·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
pelen |
peelde |
gepeeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
pelen
- overgankelijk de huid grondig reinigen en ontdoen van dode cellen
- Tijdens een behandeling met microdermabrasie wordt met een diamanten ring in regelmatige bewegingen de huid intensief gepeeld.
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pelar |
pelen
- aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van pelar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van pelar
vervoeging van |
---|
pelarse |
pelen
- aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van pelarse
- gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van pelarse
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.