pasklaar

Nederlands

Uitspraak

Geluid: pasklaar (hulp, bestand)

Woordafbreking

pas·klaar

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van pas ww en klaar bn

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	pasklaar	pasklaarder	pasklaarst
verbogen	pasklare	pasklaardere	pasklaarste
partitief	pasklaars	pasklaarders	-

Bijvoeglijk naamwoord

pasklaar

(kleding) m.n. van kleding dat ze op maat gemaakt is en geregen is zodat men kan kijken of de maten goed zijn indien dat het geval is kan het later afgemaakt worden
(figuurlijk) iets wat helemaal af is en dus direct gebruikt kan worden

- Sinds de jaren '70 zijn er meer en hevigere orkanen in het Atlantisch bassin. Of dat effectief komt door de klimaatopwarming is niet zeker. 'Daar is geen pasklaar antwoord voor', zegt Dehenauw. [1]

- Een pasklaar antwoord op haar vraag is er natuurlijk niet, noch een exacte leeftijd vanaf wanneer samen douchen met je kind niet meer oké is. Wel zijn er een paar signalen waar je rekening mee kan houden als ouder. [2]

Synoniemen

[2] kant-en-klaar, onmiddelijk, instantaan

Vertalingen

2. iets wat helemaal af is en dus direct gebruikt kan worden

Engels: cut and dried ^(en)

Gangbaarheid

Het woord pasklaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pasklaar' herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

de Standaard 28/augustus/2017 door mg
Tubantia 04-03-2017

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.