parsen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  parsen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈpɑrsə(n)/
Woordafbreking
  • par·sen
Woordherkomst en -opbouw
  • ww [A]: van Engels  parse ww 
  • ww [B]: verouderde uitspraak van "persen" [1]
  • zn: pars met uitgang -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
parsen
parsete
geparset
zwak -t volledig [A]

Werkwoord

[A] parsen

  1. overgankelijk (informatica) het automatisch syntactisch analyseren
Afgeleide begrippen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
parsen
parste
geparst
zwak -t volledig [B]

Werkwoord

[B] parsen

  1. (verouderd)  persen ww 

Zelfstandig naamwoord

parsen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord par

Gangbaarheid

  • Het woord parsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
17 %van de Nederlanders;
18 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.