pancreas

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pan·cre·as
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘alvleesklier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1669 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord pancreas pancreassen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

pancreas m/o

  1. (anatomie) alvleesklier
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord pancreas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.