pacten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pac·ten

Zelfstandig naamwoord

pacten mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord pact


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
pactar

pacten

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van pactar
  1. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van pactar
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.