pachter

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pach·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van pachten met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord pachter pachters
verkleinwoord pachtertje pachtertjes

Zelfstandig naamwoord

pachter m [1]

  1. iemand die iets pacht
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • pachtster
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord pachter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.