overstemmen

Nederlands

Uitspraak
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
overstemmen
stemde over
overgestemd
zwak -d volledig
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
overstemmen
overstemde
overstemd
zwak -d volledig
Woordafbreking
  • over·stem·men
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

óverstemmen [1]

  1. onovergankelijk zijn stem bij een verkiezing nogmaals uitbrengen

overstémmen

  1. overgankelijk een andere geluidsbron in volume overtreffen
  2. overgankelijk bij een verkiezing door meerderheid van stemmen verslaan
Afgeleide begrippen
  • overstemming

Gangbaarheid

  • Het woord overstemmen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.