overschat

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·schat
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van overschatten: de stam zonder -t omdat de stam al op -t eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
overschatten

overschat

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van overschatten
  2. gebiedende wijs van overschatten
  3. voltooid deelwoord van overschatten
Verwante begrippen

Werkwoord

vervoeging van
overschatten

overschat

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overschatten
    • ... dat ik overschat. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overschatten
    • ... dat jij overschat. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overschatten
    • ... dat hij overschat. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.