overleest

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·leest

Werkwoord

vervoeging van
overlezen

overleest

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overlezen
    • ... dat jij overleest. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overlezen
    • ... dat hij overleest. 
vervoeging van
overlezen

overleest

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overlezen
    • Jij overleest. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overlezen
    • Hij overleest. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van overlezen
    • Overleest! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.