overig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ove·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van over met het achtervoegsel -ig.
stellend
onverbogen overig
verbogen overige
partitief overigs

Bijvoeglijk naamwoord

overig

  1. overblijvende (datgene van het geheel wat nog overblijft buiten het eerdergenoemde)
    • De drie marktleiders hebben de prijzen verhoogd. De overige bedrijven zullen deze prijsverhoging wel volgen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord overig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.