overig
Nederlands
Woordafbreking
- ove·rig
Bijvoeglijk naamwoord
overig
- overblijvende (datgene van het geheel wat nog overblijft buiten het eerdergenoemde)
- De drie marktleiders hebben de prijzen verhoogd. De overige bedrijven zullen deze prijsverhoging wel volgen.
Gangbaarheid
- Het woord overig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'overig' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.