overbezorgd
Nederlands
Woordafbreking
- over·be·zorgd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van over en bezorgd
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | overbezorgd | overbezorgder | overbezorgdst |
verbogen | overbezorgde | overbezorgdere | overbezorgdste |
partitief | overbezorgds | overbezorgders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
overbezorgd [1]
- al te bezorgd, zodat zowel degene die zich zorgen maakt als degene waarover de zorgen gemaakt worden, er last van hebben
- De overbezorgde moeder liet haar kinderen niets ondernemen zodat het ongezonde bleekneusje werden en ze zelf kalmeringstabletten nodig had.
- De overbezorgde Ned doet er al zijn hele leven alles aan om zijn dochter Stephanie te beschermen tegen foute mannen. [2]
Gangbaarheid
- Het woord overbezorgd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'overbezorgd' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.