opziet

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • opĀ·ziet

Werkwoord

vervoeging van
opzien

opziet

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzien
    • ... dat jij opziet. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzien
    • ... dat hij opziet. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.