opscharrelt
Nederlands
Woordafbreking
- op·schar·relt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opscharrelen |
opscharrelt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opscharrelen
- ... dat jij opscharrelt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opscharrelen
- ... dat hij opscharrelt.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.