opmontert
Nederlands
Woordafbreking
- op·mon·tert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opmonteren |
opmontert
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opmonteren
- ... dat jij opmontert.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opmonteren
- ... dat hij opmontert.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.