opmaak
Nederlands
Woordafbreking
- op·maak
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opmaken |
opmaak
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opmaken
- ... dat ik opmaak.
Gangbaarheid
- Het woord opmaak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'opmaak' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.