ophitser

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·hit·ser
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van ophitsen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord ophitser ophitsers
verkleinwoord ophitsertje ophitsertjes

Zelfstandig naamwoord

ophitser m

  1. iemand die tracht een rel te veroorzaken door woede aan te wakkeren
    • Luister toch niet naar die ophitsers! Die willen alleen maar stennis en chaos. 

Gangbaarheid

  • Het woord ophitser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.