opdondert
Nederlands
Woordafbreking
- op·don·dert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opdonderen |
opdondert
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdonderen
- ... dat jij opdondert.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdonderen
- ... dat hij opdondert.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.