opdelving
Nederlands
Woordafbreking
- op·del·ving
Woordherkomst en -opbouw
naamwoord van handeling opdelven met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opdelving | opdelvingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
opdelving v [1]
- het opgraven van iets dat ondergronds verborgen is
- Zooals men het allicht kan denken heeft de geaardheid en de levenswijze onzer aloude stamgenooten vele twistvragen onder de geleerden uitgelokt: wij hebben gedacht dat het den lezers van het Belfort niet onaangenaam zou wezen, indien wij, naar aanleiding der jongste opdelvingen, daar eenige van bespraken. [2]
Gangbaarheid
- Het woord 'opdelving' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'opdelving' herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Het Belfort. Jaargang 3(1888) Voorhistorische Menschkunde Naar aanleiding der jongste opdelvingen.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.