onwankelbaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·wan·kel·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onwankelbaaronwankelbaarderonwankelbaarst
verbogen onwankelbareonwankelbaardereonwankelbaarste
partitief onwankelbaarsonwankelbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

onwankelbaar

  1. door niets aan het wankelen te krijgen
    • Zijn onwankelbaar vertrouwen daarin is spreekwoordelijk. 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onwankelbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.