onvoorspelbaar
Nederlands
Woordafbreking
- on·voor·spel·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van voorspelbaar met het voorvoegsel on-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onvoorspelbaar | onvoorspelbaarder | onvoorspelbaarst |
verbogen | onvoorspelbare | onvoorspelbaardere | onvoorspelbaarste |
partitief | onvoorspelbaars | onvoorspelbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onvoorspelbaar
- waarvan de uitkomst niet bij voorbaat te kennen is
- Hij vertoont soms de onvoorspelbaarste reacties.
Vertalingen
1. waarvan de uitkomst niet bij voorbaat te kennen is
Gangbaarheid
- Het woord onvoorspelbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'onvoorspelbaar' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.