ontploft
Nederlands
Woordafbreking
- ont·ploft
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van ontploffen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontploffen |
ontploft
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontploffen
- Jij ontploft.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontploffen
- Hij ontploft.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van ontploffen
- Ontploft!
- voltooid deelwoord van ontploffen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.