ontbeerden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ontĀ·beerĀ·den

Werkwoord

vervoeging van
ontberen

ontbeerden

  1. meervoud verleden tijd van ontberen
    • Wij ontbeerden. 
    • Jullie ontbeerden. 
    • Zij ontbeerden. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.