onlusten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·lus·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - onlusten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

onlusten mv

  1. onenigheden, gebeurtenissen waarbij men in het openbaar laat merken dat men ontevreden is
    • Bij hevige onlusten na een vonnis over voetbalhooligans in de Egyptische havenstad Port Said zijn zaterdag zeker 22 doden gevallen 
    • `Soms, Nemo,' zei ze, 'is het nodig, dat juist iemand als ik het laatste gevecht levert. Ik vind het niet erg, vooral niet omdat hierna nooit meer onlusten zullen uitbreken in Palettania.' [1] 
Hyponiemen
  • rassenonlusten

Zelfstandig naamwoord

onlusten mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord onlust

Gangbaarheid

  • Het woord onlusten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Herzen, Frank De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 103
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.