onklaar
Nederlands
Woordafbreking
- on·klaar
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onklaar | onklaarder | onklaarst |
verbogen | onklare | onklaardere | onklaarste |
partitief | onklaars | onklaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onklaar
- niet werkend omdat het kapot is
- De politie had de wapens van de misdadigers onklaar gemaakt, zodat de arrestatie zonder problemen verliep.
Gangbaarheid
- Het woord onklaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'onklaar' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.