ongeweten
Nederlands
Woordafbreking
- on·ge·we·ten
Bijvoeglijk naamwoord
ongeweten [1]
- niet bekend; zonder dat men er zich bewust van is
- Het resulteerde na maanden hard werk in een document met onverwachte en ongeweten weetjes, bijzondere anekdotes en memorabele momenten van gelovigen aan hun kerk. [2]
- Het feitelijk gegeven ligt er dat veel embryo’s kort na de conceptie tenietgaan. Soms geweten, veelal ongeweten. Deze embryo’s -dan nog onbezield geacht- spelen in de belevings- en herinneringswereld van de man en vrouw veelal nauwelijks of helemaal geen rol. Ze zijn tenietgegaan. Hebben deze kort na de conceptie beëindigde -ik moet toch zeggen gestorven- embryo’s, wel een ziel? Zijn ze dus in feite mens geweest? Of worden ze pas later mens? [3]
Gangbaarheid
- Het woord ongeweten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ongeweten' herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia 29-04-12 Grote Kerk was ’n belangrijke ‘halte’ voor hervormden
- Reformatorisch Dagblad 11-07-2008 Leven, een wonder van begin tot eind
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.