onbegaanbaar
Nederlands
Woordafbreking
- on·be·gaan·baar
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van begaanbaar met het voorvoegsel on-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onbegaanbaar | onbegaanbaarder | onbegaanbaarst |
verbogen | onbegaanbare | onbegaanbaardere | onbegaanbaarste |
partitief | onbegaanbaars | onbegaanbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onbegaanbaar
- waar je niet over kunt lopen of rijden
- Hoewel de kaart aangaf dat de weg verhad zou moeten zijn, bleek het alleen maar een onbegaanbaar pad te zijn.
Gangbaarheid
- Het woord onbegaanbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'onbegaanbaar' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.