onbedekt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onbedekt    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɔnbəˌdɛkt/, /ˌɔnbəˈdɛkt/
Woordafbreking
  • on·be·dekt
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onbedektonbedekteronbedektst
verbogen onbedekteonbedektereonbedektste
partitief onbedektsonbedekters-

Bijvoeglijk naamwoord

onbedekt

  1. zonder dat wat er gewoonlijk als afscherming overheen zit
    • De tafel staat bij het raam en is kaal en onbedekt. [2]
  1. (figuurlijk) openlijk, zonder iets te verbergen
    • Wilt gij biechten zo 't behoort,
      Zeg dan alles onbedekt!
       [3]

Gangbaarheid

  • Het woord onbedekt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.