omwonden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: omwonden (hulp, bestand)
- omwónden
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ɔm.ˈʋɔn.də(n)/
- (Vlaanderen, Brabant): /ɔm.ˈβ̞ɔn.də(n)/
- (Limburg): /ɔm.ˈwɔn.də(n)/
- IPA:
- ómwonden
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈɔm.ʋɔn.də(n)/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈɔm.β̞ɔn.də(n)/
- (Limburg): /ˈɔm.wɔn.də(n)/
- IPA:
Woordafbreking
- om·won·den
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van omwinden: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling i-o (IPAː /ɪ/ - /ɔ/)
Verwante begrippen
- [2] omgewonden
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omwinden |
ómwonden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van omwinden
- ...dat wij ómwonden.
- ...dat jullie ómwonden.
- ...dat zij ómwonden.
- ...dat wij ómwonden.
Afgeleide begrippen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.