omwindt

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·windt

Werkwoord

vervoeging van
omwinden

omwindt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omwinden
    • Jij omwindt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omwinden
    • Hij omwindt. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van omwinden
    • Omwindt! 
Verwante begrippen

Werkwoord

vervoeging van
omwinden

omwindt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omwinden
    • ... dat jij omwindt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omwinden
    • ... dat hij omwindt. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.