omsprongen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·spron·gen

Werkwoord

vervoeging van
omspringen

omsprongen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van omspringen
    • ...dat wij omsprongen. 
    • ...dat jullie omsprongen. 
    • ...dat zij omsprongen. 
vervoeging van
omspringen

omsprongen

  1. meervoud verleden tijd van omspringen
    • Wij omsprongen. 
    • Jullie omsprongen. 
    • Zij omsprongen. 
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
omspringen

omsprongen

  1. voltooid deelwoord van omspringen

Gangbaarheid

  • Het woord omsprongen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.