omdijkt
Nederlands
Woordafbreking
- om·dijkt
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van omdijken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omdijken |
omdijkt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omdijken
- Jij omdijkt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omdijken
- Hij omdijkt.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van omdijken
- Omdijkt!
- voltooid deelwoord van omdijken
- Deze kwelder kan beter niet omdijkt worden.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.