notie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • no·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘besef’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1840 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord notie noties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

notie v

  1. benul, bewustzijn
    • Hij heeft er geen notie van welk leed dat hij zijn buren aandoet door midden in de nacht zo hard te snurken. 

Gangbaarheid

  • Het woord notie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.