notie
Nederlands
Woordafbreking
- no·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘besef’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1840 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | notie | noties |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
notie v
- benul, bewustzijn
- Hij heeft er geen notie van welk leed dat hij zijn buren aandoet door midden in de nacht zo hard te snurken.
Gangbaarheid
- Het woord notie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'notie' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.