noedels

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • noe·dels
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘gekookte meelballetjes’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1912 [1]

Zelfstandig naamwoord

noedels mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord noedel

Gangbaarheid

  • Het woord noedels staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.