nipt

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nipt
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘op het kantje’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1945 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen niptnipterniptst
verbogen nipteniptereniptste
partitief niptsnipters-

Bijvoeglijk naamwoord

nipt

  1. maar net voldoende, maar net op tijd
    • Zij behaalden deze keer een nipte zege, maar de zorgen voor het verdere verloop bleven. 

Werkwoord

vervoeging van
nippen

nipt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nippen
    • Jij nipt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nippen
    • Hij nipt. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van nippen
    • Nipt! 

Gangbaarheid

  • Het woord nipt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.