nippen
Nederlands
Woordafbreking
- nip·pen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘een teugje drinken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1644 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
nippen |
nipte |
genipt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
nippen
- overgankelijk iets met kleine slokjes drinken
- Er werd eerst nog een drankje genipt op een terrasje en daarna gingen ze naar het restaurant.
- inergatief ~ aan ergens met kleine slokjes van drinken
- Ze nipte nog wat aan haar glas, maar liet de inhoud uiteindelijk grotendeels staan.
Gangbaarheid
- Het woord nippen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'nippen' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Duits
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˈnɪpən/
Woordafbreking
- nip·pen
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
nippen |
nippte |
genippt |
zwak (haben) |
volledig |
Werkwoord
nippen
- onovergankelijk nippen
- «Sie nippte an ihrem Gläschen Likör.»
- Zij nipte aan haar glaasje likeur.
- «Sie nippte an ihrem Gläschen Likör.»
Uitdrukkingen en gezegden
- an etwas nippen
aan iets nippen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.